Vaste gezichten en groepen kinderopvang

Vaste groepen en vaste gezichten zorgen voor een stabiele, veilige omgeving voor het kind. Net als vaste ruimten en een vast dagritme.

Aantal pedagogisch medewerkers per kind

Hoeveel kinderen een kinderopvanglocatie mag opvangen, hangt af van de leeftijd van de kinderen en het aantal pedagogisch medewerkers. Dit heet de beroepskracht-kindratio (BKR). Oudere kinderen zijn minder afhankelijk en hebben minder begeleiding nodig. Terwijl een pedagogisch medewerker juist meer tijd en ruimte nodig heeft om baby’s te helpen.

BKR berekenen voor dagopvang en buitenschoolse opvang (bso)

Met de rekentool BKR kunnen kinderopvangorganisaties makkelijk berekenen hoeveel pedagogisch medewerkers zij moeten inzetten. Onder bepaalde voorwaarden mogen kinderopvangorganisaties beroepskrachten in opleiding, stagiairs, pedagogisch beleidsmedewerkers en andersgekwalificeerde beroepskrachten meetellen in de berekening. 

Lees meer over opleiding en ondersteuning voor medewerkers op de kinderopvang.

Voor de dagopvang berekent de kinderopvangorganisatie de BKR per groep. 
Voor de bso berekent de kinderopvangorganisatie de BKR per kindercentrum.
 

Afwijken aantal pedagogisch medewerkers per kind

De kinderopvangorganisatie mag maximaal 3 uur per dag afwijken van de BKR. Tijdens die uren mogen minder pedagogisch medewerkers worden ingezet. Dit heet de 3-uursregeling. Hiervoor geldt:

  • De 3-uursregeling geldt voor de dagopvang. En voor de buitenschoolse opvang. Maar alleen op dagen dat hier de hele dag opvang is, zoals in de vakantie. 
  • In het pedagogisch beleidsplan staan regels over de inzet van het personeel, de BKR en het afwijken hiervan volgens de 3-uursregeling.
  • Alle houders moeten een overzicht van de ingezette beroepskrachten en presentielijsten van kinderen opstellen en bijhouden. Dit is inclusief een indicatie van de aankomst- en vertrektijd van de kinderen.
  • Met dit overzicht kan de toezichthouder toetsen of aan de BKR wordt voldaan en maximaal 3 uur per dag wordt afgeweken van de BKR.
  • De bso mag voor en na schooltijd en op vrije middagen maximaal een half uur per dag minder pedagogisch medewerkers inzetten. Dit hoeft de bso niet in het pedagogisch beleidsplan te zetten.

Het vaste-gezichtencriterium

In de dagopvang moet minimaal één vast gezicht van het kind op de groep werken. Dit biedt emotionele veiligheid aan een kind. De medewerker weet hoe het kind zich ontwikkelt, waar het behoefte aan heeft en waar het gestrest van raakt. De vaste gezichten mogen niet te vaak wisselen. Daarom geldt:

  • Het aantal verschillende vaste gezichten is voor een kind tot 1 jaar maximaal 2 of 3 medewerkers. Dit hangt af van hoeveel medewerkers in totaal op de groep staan.
  • Voor een kind van 1 jaar of ouder is het aantal vaste gezichten maximaal 3 of 4. Dit hangt af van hoeveel medewerkers in totaal op de groep staan.